Cadeautje

Ik had nog iets leuks beloofd vanwege het vijfjarig bestaan van Tekstwerk Timmermans. In het staartje van de Boekenweek met als thema ‘Waanzin, te gek voor woorden’ dacht ik: waarom geen verhaal over waanzin? Daarom dus! Ga er even voor zitten en ik hoop dat je het leuk vindt.

In deze boekenweek heb ik mezelf getrakteerd op het boek Horizon City van de in Enschede geboren Jaap Scholten. Hij beschikt over een kleurrijke familie en heeft héél avontuurlijke betbetbetovergrootopa’s en oma’s die naar verre, onbekende oorden trokken. Over die maffe familiegeschiedenis vertelt hij in het boek. Da’s lekker, zo’n (prettig?) gestoorde familie. Die heb ik niet echt. Maar het grenst er aan.

Want wat is nou gestoord? In het woordenboek vind ik voor waanzin twee betekenissen: 1. krankzinnigheid en 2. grote onzin.
Ik ben het product van een vader in wiens familie krankzinnigheid voorkomt en een moeder in wiens familie grote onzin een gemene deler is. Waanzin dus. Even uitleggen.
Hersencellen
De Timmermansen zijn in hun grondhouding erg serieus en hebben een goede kop met hersenen. Maar die hoeveelheid hersencellen zit hen ook dwars en drukt op hun geluk. Menig Timmermans heeft te lijden (gehad) onder een depressie, inclusief ikzelf. In het leukste geval komt na of tijdens die depressie ook een groot gevoel voor humor naar boven. Dat was bij mijn vader zo. Een geestige man die, als hij eenmaal los was van zijn dagelijkse zware taak van het oplappen van schoenen, met zijn immense fantasie verjaardagspartijen en andere bijeenkomsten opvrolijkte. En naar huis gaan: ho maar. Want dan stond die zware taak weer te wachten.
Lichtheid
De Van de Wielen (moeders kant) gingen niet gebukt onder de last van een zwaar hoofd dat gevuld is met een te grote hoeveelheid hersencellen. Hier veel meer: de lichtheid van het bestaan. Aan de oppervlakte dan, want de familie kent vele tragedies. Maar dat mocht uiteindelijk de pret niet drukken. Van deze ooms en tantes kreeg je steevast een warme knuffel met drie zoenen als ze op bezoek kwamen. Opa bracht een hoop fantasie en gekkigheid mee. Hij vertelde altijd dat hij thuis een aap had. Jaja. De ooms maakten gekke tekeningen van vrouwen met enorme borsten of gooiden op een feestje de swing er enorm is. Genieten, dat is het adagium. Mijn moeder beschikte over veel fantasie. Van een ander soort dan die van mijn vader. Niet die van de overdrijving, maar van een soort inleving. Je kon alles zijn wat je wou. Een gek oud vrouwtje als ze ’s avonds laat, als wij in bed lagen, haar hoofd om de deur stak met een gekke bek zonder kunstgebit in. Of door hond te spelen en zich met een das door mijn neefje vast te laten leggen aan de tafelpoot. Geen enkel punt.

Door die vader en die moeder ben ik gemaakt.  Het ‘krankzinnigheids-gen’ heeft me parten gespeeld en een niet zo leuke tijd opgeleverd maar tegelijkertijd de relativiteit van het leven in laten zien. En me uiteindelijk gelukkiger gemaakt. Altijd was ‘zusje’ fantasie in de buurt. Soms klapte fantasie om naar bijna krankzinnigheid en veel vaker zorgde de fantasie voor enorm veel lol en lichtheid.
Flauwe grappen
En dan eindig ik met een citaat uit Scholtens boek met een enorm pleidooi voor verbeelding en fantasie:
‘Ik ben ervan overtuigd, nogal wiedes eigenlijk, dat je eerst je leven moet bedenken om het vervolgens te leven. En dat geldt voor alles. Daarom is het ontwikkelen van verbeelding bij kinderen belangrijk – verhalen vertellen, voorlezen, lezen, flauwe grappen maken en de geschiedenis vastleggen – want zonder fantasie komen de handen en voeten moeilijk in beweging.’

En zo is het maar net!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *